Ontwikkeling
Niet alleen de roofvogels kunnen baat hebben bij dit onderzoek, maar ook juist de ontwikkelaars van windparken. Gedeputeerde Jop Fackeldey: “Dit onderzoek kan helpen om te bepalen welke middelen ontwikkelaars van windparken kunnen inzetten om toekomstige parken zo in te richten dat er voldoende energie opgewekt kan worden, met zo min mogelijk impact op de natuur. Deze uitkomsten kunnen gebruikt worden door ontwikkelaars van windparken in heel Nederland, maar ook buiten onze landsgrenzen.” De uitkomsten van het onderzoek worden eind 2020 verwacht.
Voorspelling vs praktijk
Tot nu toe wordt het vlieggedrag van roofvogels bij windmolens voorspeld door middel van modellen. Maar de praktijk wijst uit dat de theoretische modellen niet goed genoeg zijn. In Delfzijl is al een pilot geweest met het zenderen van kiekendieven, waaruit bleek dat het type turbine van invloed is op het vlieggedrag van de roofvogels. Op basis van die pilot is besloten om bij het nog te ontwikkelen Windpark N33 te kiezen voor een ander type turbine.