Van Ulsen vraagt aandacht voor het voorgenomen verbod, omdat de agrariërs geen goed alternatief zouden hebben voor het oppompen van grondwater. "Het oppervlaktewater is onvoldoende goed voor beregening, want daar kan bruinrot in zitten. En thuis de kraan open zetten voor de gewassen is wel heel duur." Daarnaast, zo zegt Van Ulsen, is de structuur van het waterleidingnetwerk in Zuidelijk Flevoland niet geschikt om zoveel hectare landbouwgrond te beregenen. "De kraan openzetten is geen structurele oplossing voor deze agrariërs."
Waarom geldt het verbod alleen in Flevoland?
Vitens verzorgt de drinkwatervoorziening in Flevoland. Maar ook in Gelderland. Van Ulsen wil van het provinciebestuur weten waarom het voorgenomen oppompverbod wel voor akkerbouwers in Flevoland geldt, maar niet voor hun collega's in Gelderland. "Hoe kan het nu dat we hier de boel op slot zetten voor ondernemers in Zuidelijk Flevoland en dat agrariërs een paar kilometer verderop aan de andere kant van het water gewoon een vergunning blijven krijgen om grondwater op te pompen".
Eenzijdig verbod
Van Ulsen begrijpt dat Vitens de drinkwatervoorziening veilig wil stellen. "Vooral met de opgave die wij in Flevoland hebben om 100.000 woningen te bouwen is de drinkwatervoorziening essentieel. Daarom is het belangrijk dat we het gebied beschermen tegen misbruik en vervuiling." Maar het is voor Van Ulsen niet wenselijk dat Vitens eenzijdig een verbod oplegt.
Aandeelhouder
Vitens is eigendom van de provincies en de gemeenten. De gedeputeerde is daarmee aandeelhouder van het waterwinbedrijf. Van Ulsen vindt het te vroeg om het provinciebestuur te vragen Vitens terug te roepen. "Alle betrokken partijen moeten met elkaar in overleg om samen tot een oplossing te komen."
Dit is een bericht van Omroep Flevoland in het kader van de samenwerking tussen de omroepen.