Zeewolde

“Biologisch is allang geen niche meer”

ZEEWOLDE – Biologisch akkerbouwer Jur Veenink schoof deze week aan bij presentator Mannes Schoppink in Zeewolde Kiest. Hij keek kort naar de Troonrede, sprak over kansen en knelpunten voor biologische teelt en vertelde hoe een gesprek met koning Willem-Alexander en koningin Máxima tijdens hun streekbezoek verliep. “We produceren op grote schaal en onze producten liggen gewoon in de schappen — biologisch is allang geen niche meer,” aldus Veenink.

Over de Troonrede was Veenink nuchter: landbouw kreeg weinig aandacht. De aangekondigde herinvoering van ‘rode diesel’, een goedkopere brandstof voor agrariërs, die uiteindelijk toch niet doorgaat om daarmee de accijnsverlaging op benzine in stand te houden, noemt hij vooral symbolisch. “Dat was meer zoete koek. Zet dat geld liever in waar het echt helpt. Als er 100 miljoen vrij komt, gebruik het dan doelmatig voor de landbouw.”

Man met rood horloge zit achter microfoon.
Foto: Deen Guldemond - Jur Veenink

Biologisch vs. gangbaar: minder marge in het schap

In Zeewolde schat Veenink het aandeel biologisch op 5 tot 10 procent van het areaal. De opbrengst per hectare ligt iets lager dan gangbaar, de kostprijs hoger — maar het grootste prijsverschil ontstaat volgens hem in de keten. “Op telersniveau is het verschil vaak 20 tot 25 procent In de supermarkt zie je soms een prijsverschil van 50 of 60 procent. Dat remt de groei van de biomarkt.”

Hij ziet groei in vaste prijsafspraken en korte ketens richting distributiecentra van supermarkten: volumes en prijzen voor meerdere jaren vastleggen in plaats van leven met dag- of wereldmarktprijzen. “Dat geeft zekerheid — en dat is precies het verschil met traditioneel.” Dat punt haalde hij ook aan bij het Koningspaar, dat wilde weten of biologisch nog altijd niche is of inmiddels mainstream. “Die nichetijd zijn we al lang voorbij. We produceren professioneel, op schaal — ook hier in Zeewolde.”

Uitdagingen: bodem, water en regels

De stikstofimpasse raakt de akkerbouw indirect: “Vooral de veehouderij en bouw lopen vast,” zegt Veenink, al spelen bemestingsnormen in Flevoland wél een rol. Hij wijst daarnaast op de bodemdaling en de problemen rond waterafvoer bij piekbuien. Ook de uitspoeling van nutriënten en reststoffen vraagt steeds meer aandacht, waardoor telers scherp moeten letten op bodemconditie en bemesting.

“Met hevige regen merk je belemmeringen. We moeten water kwijt kunnen en tegelijk de bodem in conditie houden.” Over beleidsmatige oplossingen blijft hij realistisch: “Papieren oplossingen helpen weinig. Pak bronnen aan en maak regels uitvoerbaar.”

Wat helpt de sector wél?

Veenink ziet effect in promotie van bioproducten en BTW-maatregelen die het prijsverschil in het schap verkleinen. “Een BTW-vrijstelling op groente en fruit zou direct verschil maken.”

Dankzij kleigrond, waterhuishouding en mechanische innovaties, bijvoorbeeld op gebied van onkruidwieden en oogsten, kan Zeewolde volgens Veenink concurrerend biologisch telen. “De vraag groeit en afspraken worden professioneler. Daarmee kunnen we uitbreiden en telers aansluiten.”