Warmtebedrijven leggen lokaal verbintenissen tussen restwarmtebronnen en afnemers (consumenten, huishoudens en/of bedrijven), die behoefte hebben aan warmte om te gaan verduurzamen. “In elke stap zoeken wij naar beschikbare bronnen en als die bronnen er niet zijn, gaan we onderzoeken of we die misschien zelf kunnen ontwikkelen.” Vervolgens gaat Ennatuurlijk een distributienet ontwikkelen om uiteindelijk doormiddel van buizen door de straten die warmte naar de huizen te brengen.
Goede kansen
De belofte van Meta klinkt Slot goed in de oren, want hij ziet “heel goede kansen” voor restwarmte uit het datacenter. Slot geeft aan dat een datacenter het hele jaar door restwarmte met een gelijke temperatuur levert. “En betrouwbaarheid is voor een betaalbaar warmtenet heel belangrijk.” Een warmtenetwerk levert water van 70 graden, “maar dat kunnen wij prima maken van restwarmte van het datacenter (ondanks dat dat slechts 25 graden is), omdat een warmtepomp daar goed toe in staat is.”
Maar een stip aan de horizon is er ook: in Leeuwarden zijn al positieve ervaringen opgedaan met Geothermie (aardwarmte). “Daar hebben we op een diepte van drie kilometer water van honderd graden aangetroffen, wat wij omhoog transporteren en waar we een warmtenet mee kunnen vullen.” Dat zou in deze regio ook mogelijk zijn. “Zeewolde is een drinkwaterbeschermgebied, maar in Harderwijk zou zoiets bijvoorbeeld wel kunnen als ze daar buiten het drinkwaterbeschermgebied zitten.”