Ook Roderik fietste twee keer omhoog. Eén van die beklimmingen deed hij samen met Lisette, die zelf besloot om op de fiets te stappen. Zonder te stoppen – op het uittrekken van een warme jas na – haalde zij de top. “In bocht drie dacht ik even: ik kan niet meer. Maar toen wist ik: nog drie kilometer. We gaan door,” zei ze achteraf.
Jorrit reed de berg drie keer op en deed dat op zijn eigen tempo. De familie kwam elkaar onderweg geregeld tegen. Tussendoor was er ruimte voor een praatje, een foto bij bocht negen, of een snelle hap. Het was nat, koud, soms zwaar – maar de sfeer bleef positief.
Voor Lisette, bij wie twee jaar geleden uitgezaaide borstkanker werd vastgesteld, was het vooral een symbolisch moment. Ze noemde het eerder al “een dikke middelvinger naar de kanker.” Na afloop klonk het nog eens helder: “Kijk waar ik sta. Dit neemt niemand me af.”