“Ik kon vanaf het begin wegrijden en pushen”, blikte hij terug op de race van zondag. “We hadden een goede auto. In de eerste ronde was ik meteen een paar tienden tot een seconde sneller dan de rest. Daardoor heb ik meteen een gat kunnen slaan, heb ook weinig fouten gemaakt, maar aan het einde van de race verscheen de safety car nog op de baan. Dat maakte het nog even spannend omdat we daardoor langzamer moesten rijden. Uiteindelijk kregen we te horen dat we niet achter de safety car zouden aansluiten maar dat we mochten doorrijden. Toen ben ik meteen gaan pushen om het gat hetzelfde te houden omdat Calvin (de Groot, red.) door die safety car best hard naar me toe kwam. Uiteindelijk heb ik het gat kunnen managen. Later kwam er nog full course yellow, wat nog even spannend was, maar het is goed afgelopen en ik ben supertevreden.”