Zeewolde

“De wolf is een enorme verrijking van onze biodiversiteit”

De wolf is na 150 jaar terug in Nederland en heeft vooralsnog geen plannen om binnenkort weer te vertrekken. Boeren maken zich grote zorgen, omdat wolven hun schapen en geiten doodbijten en ook kalfjes en pinken niet ongemoeid laten. Niko Koffeman, Eerste Kamerlid van de Partij voor de Dieren vindt echter dat de zaak ook van een andere kant kan worden bekeken. En dat laatste doet hij dus, zo vertelde hij dinsdagavond 15 november telefonisch in het programma Zeewolde Kiest van de Lokale Omroep Zeewolde.

Top voedselketen

Koffeman windt er geen doekjes om, hij is er héél blij mee dat de wolf na 150 jaar terug is in Nederland. “De wolf is destijds uitgestorven, omdat het laatste exemplaar werd doodgeschoten”, aldus de senator, die ook bekendstaat als fervent dierenactivist, dinsdagavond. “Na al die tijd is de wolf op eigen houtje teruggekomen naar Nederland. Ik vind dat een geweldige ontwikkeling.” Voor Koffeman hoort de wolf thuis in Nederland.

“De wolf is een enorme verrijking van onze biodiversiteit”

“De wolf staat aan de top van de voedselketen. Grote roofdieren heb je nodig om een evenwichtige populatie dieren te hebben. Jagers zeiden altijd dat zij dieren moesten afschieten omdat er geen grote roofdieren meer waren. Fijn dat de wolf nu terug is, dan hebben we de jagers daarvoor ook niet meer nodig. De wolf is een enorme verrijking voor onze biodiversiteit! En laten we niet vergeten dat er eerder wolven in Nederland waren dan mensen.”

Het is helemaal geen gekke gedachte dat ook Zeewolde met z’n uitgestrekte bossen en natuurgebieden te maken krijgt met de wolf. Hoewel, Koffeman heeft nog wel een appeltje te schillen met ex-staatssecretaris Henk Bleker. “Hij heeft het plan Oostvaarderswold om zeep geholpen. De Oostvaardersplassen zouden via de Stille Kern op natuurlijke wijze worden verbonden met de Veluwe, het Gelderse rivierenland en ten slotte het Duitse achterland. Nu moeten er jaarlijks 1.600 edelherten in de Oostvaardersplassen worden afgeschoten. Als de wolf in het gebied had kunnen opereren, was dat allemaal niet nodig geweest.”

Subsidie beschikbaar

Koffeman heeft er ‘alle begrip’ voor dat schapen- en andere veehouders ‘moeten wennen’ aan de terugkeer van de wolf, 150 jaar lang hadden zij hun dieren niet meer binnen hoeven te houden ter bescherming tegen grote roofdieren. “Niet voor niets had je vroeger schaapskooien”, brengt de voorman van de Partij voor de Dieren in herinnering. “Dan gingen de schapen ’s nachts de kooi in. In heel Nederland zijn nog maar vijftien schaapskooien over. De populatie schapen en geiten is echter zó groot geworden, dat je die niet eens meer in schaapskooien zou kunnen huisvesten.” Er zijn volgens Koffeman echter wel degelijk manieren om de wolf buiten de deur te houden zonder geweld te gebruiken. “De provincies hebben subsidies beschikbaar gesteld om wolfwerende rasters om hun land te plaatsen. Die werken heel goed, alleen is het zo jammer dat er nog maar zo weinig gebruik is gemaakt van die subsidie.”

Uit Duits onderzoek zou volgens Koffeman blijken dat wolven bij voorkeur reeën en edelherten op hun menu zetten, gevolgd door wilde zwijnen, hazen en konijnen. “Slechts anderhalf procent van hun voedselpakket bestaat uit schapen en geiten. Laten we het dus wel in proportie zien: er zijn momenteel twintig wolven in Nederland tegenover 650 miljoen slachtdieren in de intensieve veehouderij. Als er dan wordt gezegd dat we als land te klein zijn voor twintig wolven, zijn we dat helemaal voor dat veelvoud aan slachtdieren.”

Audio Fragment(en)

Advertentie