“Wanneer een asielzoeker zich aanmeldt bij het aanmeldcentrum in Ter Apel komt hij/zij als eerste in aanraking met de vreemdelingenpolitie of de koninklijke marechaussee. Daar wordt de asielzoeker gefouilleerd, wordt zijn/haar bagage gecheckt en geeft hij/zij een vingerafdruk af. Vervolgens wordt de asielzoeker begeleid naar een kamer waar de asielzoeker zelf zijn/haar eigen asielstatus afgeeft en daarna wordt hij/zij begeleid naar een locatie van het coa (centraal orgaan opvang asielzoekers).”
“De meeste mensen komen van een moeilijke reis”, geeft Lassooy aan, “en daarom krijgen ze een rustperiode op de coa-locatie en worden ze begeleid door een advocaat en waar nodig behandeld door een arts.” Na die rustperiode begint de zogeheten aanmeldfase. Op basis van het aangemaakte document en het verhaal van de asielzoeker wordt door de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst) bepaald of de asielzoeker in Nederland mag blijven. Een verblijfstatus is aanvankelijk voor vijf jaar, maar wanneer daarna een verlenging wordt aangevraagd en er geen problemen of zorgen zijn, krijgt de asielzoeker een permanente status.
Lassooy heeft dit traject zelf ook doorlopen en heeft inmiddels een Nederlands paspoort. “Als je je best doet te integreren, wordt dat wel gewaardeerd.” Maar de inburgeringscursus is niet eenvoudig, heeft zij gemerkt. Het examen inburgeringscursus bestaat uit verschillende onderdelen: schrijfvaardigheden, leesvaardigheden, luistervaardigheden, kennis Nederlandse maatschappij, oriëntatie Nederlandse arbeidsmarkt.
Wanneer er echter geen status verleend wordt, wordt de asielzoeker in samenwerking met DT&V (Dienst Terugkeer en Vertrek) verzocht het land te verlaten.